Ondernemers/bedrijven kunnen bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor bijvoorbeeld de belastingmiddelen inkomstenbelasting (IB), gecombineerde loonheffingen (LH), omzetbelasting (OB) en vennootschapsbelasting (VPB).
Let op! Uitstel aanvragen kan alleen als er een aanslag is opgelegd. Dit kan vaak al bij de IB en de VPB.
Aangezien de LH en de OB in beginsel niet door middel van een aanslag worden betaald, maar door aangifte, dient eerst gewacht te worden, totdat de Belastingdienst een zogenaamde naheffingsaanslag heeft opgelegd.
Deze naheffingsaanslag wordt opgelegd, nadat er geen aangifte is gedaan, of deze zogenaamde aangiftebelasting niet is betaald. De naheffingsaanslag komt ongeveer na 3 of 4 weken na het tijdstip, dat er uiterlijk aangifte moest plaatsvinden en betaald had moeten zijn.
Zodra deze naheffingsaanslag binnen is, dan kan er pas een verzoek worden ingediend voor bijzonder uitstel van betaling. Belangrijk is wel dat in het verzoek wordt toegelicht waarom bijzonder uitstel van betaling gevraagd wordt. Indien gewenst kan TopBalance dat verzorgen.
Let op!
In de naheffingsaanslag zal wel een boete worden opgelegd, maar wordt nadien weer ingetrokken, nadat uitstel wordt verleend.
Wanneer dit verzoek wordt ingewilligd door de Belastingdienst, dan wordt uitstel van betaling verleend voor 3 maanden. Wenst de ondernemer/het bedrijf langer uitstel, dan zal ook een deskundigenverklaring moeten worden afgeven.
Voorbeeld voor de LH.
Een aangifte over de maand februari 2020 wordt voor 31 maart 2020 ingediend, maar de betaling vindt niet plaats. Dan komt naar verwachting eind april 2020 een naheffingsaanslag. Dan pas kan het verzoek worden ingediend voor bijzonder uitstel van betaling.
Voorbeeld voor de OB.
Een aangifte over het 1e kwartaal 2020 wordt voor 30 april 2020 ingediend, maar de betaling vindt niet plaats. Dan komt naar verwachting eind mei 2020 een naheffingsaanslag. Dan pas kan het verzoek worden ingediend voor bijzonder uitstel van betaling.
Let op! De melding van betalingsonmacht met het oog op bestuurdersaansprakelijkheid.
Bestuurders van rechtspersonen, die zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting, kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het niet betalen van de gecombineerde loonheffingen, omzetbelasting, accijns, verbruiksbelastingen van dranken en tabak, milieubelasting en kansspelbelasting. Om dat te voorkomen moet de zogenoemde betalingsonmacht worden gemeld binnen twee weken nadat de verschuldigde belasting betaald of afgedragen had moeten worden. Deze melding staat los van het verzoek om bijzonder uitstel van betaling. De melding betalingsonmacht zal in de regel eerder moeten gebeuren dan het verzoek om uitstel van betaling. Voor uitstel van betaling moet er namelijk eerst een aanslag zijn opgelegd.