Search User Login Menu
Tools
Close
Close

Voor ondernemers en bedrijven startpagina

EindejaarsNieuws 2023 en een blik op 2024 voor alle ondernemers

Wijnand van Pelt
EindejaarsNieuws 2023 en een blik op 2024 voor alle ondernemers

Foto: Gerd Altmann / Pixabay

39 0

Ook dit jaar heeft  het Register Belastingadviseurs nuttige tips en aandachtspunt op een rij gezet voor de doelgroep ondernemers. Heb je nog vragen of opmerkingen? Neem dan contact op met TopBalance en vraag naar jouw RB adviseur.

1 - Benut resterende vrije ruimte in de werkkostenregeling
Benut de vrije ruimte voor de werkkostenregeling goed. Heb je nog ongebruikte ruimte? Dan kun je misschien dit jaar jouw werknemers nog belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven. Je kunt een ongebruikt deel van de vrije ruimte niet doorschuiven naar volgend jaar. Je hoeft de afrekening van de werkkostenregeling over het jaar 2023 (eindheffing werkkostenregeling) pas mee te nemen in de aangifte loonheffingen over februari 2024. Deze aangifte verzorg en betaal je pas in maart 2024.


Tip!
In 2023 is de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom 3%. Daarboven geldt een percentage van 1,18%. In 2024 wordt het percentage over de eerste € 400.000 van de loonsom verlaagd naar 1,92%. Het kan daarom voordelig zijn om een deel van de vergoedingen en verstrekkingen van volgend jaar naar voren te halen.


Pas eventueel de concernregeling toe. Dan ontstaat in feite een gezamenlijke vrije ruimte die uitgewisseld kan worden tussen concernmaatschappijen.

Let op!
Als je gebruik maakt van de concernregeling kan in 2023 maar één keer gebruik worden gemaakt van de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom. Raadpleeg jouw RB over wat voordeliger is: het onderling uitwisselen van ongebruikte vrije ruimte of meermaals gebruik maken van de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom.


Tip!
Leg schriftelijk vast dat je vergoedingen en verstrekkingen hebt aangewezen en welke dit zijn. Dit voorkomt veel discussies met de Belastingdienst.


2 - Gerichte vrijstelling voor thuiswerken
Een werkgever mag (onder voorwaarden) aan haar werknemer een onbelaste vergoeding per thuiswerkdag geven. Voor 2023 is deze vergoeding € 2,15. Voor 2024 wordt deze vergoeding waarschijnlijk € 2,36. Voor werknemers die structureel thuiswerken geldt een praktische regeling, waardoor onder voorwaarden een vaste vergoeding mag worden gegeven. Wil je gebruik gaan maken van deze gerichte vrijstelling? Neem dan contact op met jouw RB om te bekijken wat de mogelijkheden zijn.


Let op!
Werkt de werknemer op dezelfde dag thuis en op kantoor, dan kunnen de reiskostenvergoeding en de thuiswerkvergoeding niet allebei worden toegepast. De werkgever moet kiezen tussen één van beide. Heeft de werknemer een auto van de zaak, dan kan op die dag geen thuiswerkvergoeding worden gegeven. Is sprake van een vaste vergoeding voor thuiswerken en woning-werkverkeer, dan hoeven deze vergoedingen bij een incidentele afwijking van het thuiswerkpatroon niet te worden aangepast.


Tip!
Breng in kaart of en hoe je een eventuele thuiswerkvergoeding wil toepassen en welke administratieve maatregelen je moet nemen om dit in te voeren. De Ondernemingsraad zal hier waarschijnlijk ook bij betrokken moeten worden.


3 - Kies jaarlijks wel of geen toepassing 30%-regeling
Heb je zogenoemde extraterritoriale (inkomende of uitgezonden) werknemers in dienst? Dan moet je vanaf 2023 jaarlijks kiezen of je hun werkelijke extraterritoriale kosten vergoedt of dat je gebruik maakt van de zogenoemde 30%-regeling. Die keuze wordt gemaakt in het eerste loontijdvak van het jaar waarin je deze kosten vergoedt. Als binnen vier maanden na de eerste tewerkstelling van een ingekomen werknemer een 30%-beschikking wordt aangevraagd, dan geldt het eerste loontijdvak na die vier maanden als keuzetijdvak voor de rest van het jaar.


Let op!
Met ingang van 1 januari 2024 geldt voor inkomende werknemers voor de 30%-regeling het maximale loon als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet normering topinkomens (zogenoemde Balkenendenorm). Voor 2023 is dat € 223.000.


Let op!
De 30%-regeling voor inkomende werknemers wordt per 1 januari 2024 verder versoberd. Deze wordt voor hooguit de eerste 20 maanden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon, voor hooguit de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor hooguit de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Voor bestaande gevallen komt overgangsrecht. 

Bovendien is voorgesteld om de keuze voor de zogeheten partiële buitenlandse belastingplicht af te schaffen per 1 januari 2025.


4 - Fiscale subsidie: gebruik het loonkostenvoordeel
Als werkgever kun je een loonkostenvoordeel (LKV) krijgen voor oudere of arbeidsgehandicapte werknemers. Ga snel na of je het LKV kunt krijgen. Het LKV wordt alleen toegekend als er een doelgroepverklaring is afgegeven aan de werknemer. Er kan dan direct in de aangiften loonheffing rekening mee worden gehouden.


De volgende loonkostenvoordelen kunnen worden aangevraagd:

  • LKV oudere werknemer;
  • LKV arbeidsgehandicapte werknemer;
  • LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden;
  • LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer.


Jouw werknemer(of u, als jouw werknemer je machtigt) moet binnen drie maanden nadat de werknemer bij jou in dienst is getreden de doelgroepverklaring aanvragen bij het UWV of de gemeente. Na die drie maanden heeft de werknemer geen recht meer op die doelgroepverklaring en kun je geen LKV meer aanvragen voor jouw werknemer.

Tip!
Om voor jouw werknemer LKV te kunnen ontvangen, moet je een kopie van de doelgroepverklaring van jouw werknemer hebben. Zorg ervoor dat je jouw werknemer daarvan tijdig op de hoogte brengt.


5 - Fiscale subsidie: gebruik het (jeugd-)lage-inkomensvoordeel
Je kunt als werkgever een tegemoetkoming krijgen door mensen met een laag inkomen aan te nemen. Dit lage-inkomensvoordeel (LIV) is een fiscale subsidie voor het in dienst hebben van mensen die een gemiddeld uurloon hebben van minimaal € 12,04 tot maximaal € 15,06. Voor werknemers van 18 tot en met 20 jaar geldt het jeugd-LIV. Het voordeel op de loonkosten per in dienst genomen werknemer is maximaal € 960 per werknemer per jaar. Voor jeugd-LIV geldt maximaal € 613,60 per werknemer per jaar.


Tip!
Je hoeft als werkgever het (jeugd-)LIV niet aan te vragen. Het UWV beoordeelt op basis van de ingediende aangifte loonheffingen voor welke werknemers je recht hebt op het LIV. Daarvoor is het gemiddeld uurloon van de betreffende werknemers en het aantal verloonde uren (ten minste 1.248 per kalenderjaar) van belang. Vul dus in jouw aangifte ook het aantal verloonde uren goed in. De Belastingdienst betaalt het LIV over 2023 in 2024 automatisch aan je uit.

 


 

Print

En verder ...

Back To Top